Karate is een overkoepelende naam welke kan worden onderverdeeld in een aantal stijlen. Elk ontstaan in een ander deel van Japan, met eigen technieken en zienswijzen. In het algemeen wordt karate gekenmerkt door een drietal oefeningen:
1) Kihon: dit zijn de basistechnieken, stoot-, trap-, en verdedigingstechnieken, die hier in hun meest basale vormen worden getraind. En bij beheersing van enkelvoudige technieken kunnen worden gecombineerd. Ook het bewegen en de ademhaling wordt getraind.
2) Kata: dit is een voorgeschreven oefening waarin een groot aantal combinaties van technieken aaneen wordt gekoppeld tot een schijngevecht met meerdere tegenstanders en afhankelijk van niveau kan worden beoefend.
3) Kumite: ofwel het sparren, waarin twee karateka’s elkaar ontmoeten in een gereguleerd gevecht.
Elke stijl heeft zijn eigen kata’s en kumite vormen. Hierop wordt ook de kihon samengesteld om van toepassing te zijn op deze specifieke stijl.
Bij de Mattekloppers bieden we Kyokushin karate aan. De grondlegger van deze stijl is Masutatsu Oyama, die de sterkste delen uit andere vecht en krijgskunsten heeft gehaald. Kyokushin karate wordt ook wel “the strongest karate” genoemd. Kenmerkend voor deze stijl is namelijk de full-contact kumite, dit betekent dat je weinig bescherming hebt bij (officiële) wedstrijden, maar technieken wel met kracht en snelheid uitgevoerd mogen worden, mits ze gericht en gecontroleerd worden uitgevoerd op toegestane delen van het lichaam. Armtechnieken naar het hoofd (stoten, slagen en elleboogtechnieken) zijn tijdens het sparren niet toegestaan, terwijl beentechnieken dat wel zijn. Deze aspecten komen dan ook sterk terug in de training. Tijdens trainingen wordt er vooral getraind op conditie, kihon en kumite. Af en toe zullen er ook kata’s gedaan worden. De basis van deze stijl bevindt zich dus in het competitie element, nl. de kumite, wat dan ook de basis vormt voor de kihon.